Doundoun
De doundoun valt onder de groep slaginstrumenten met vel (membrafoon: membraan = vel, foné = klank).
Een doundoun is cylindrisch van vorm en wordt uit één stuk gesneden. Aan beide einden is de doundoun bedekt met koeienhuid. Je bespeelt de drum met één houten stok. Tegelijkertijd bespeelt je andere hand met behulp van een metalen pin een ijzeren bel. De bel zit aan de zijkant van de drum en fungeert als het motortje van het doundoun ritme. De doundoun heeft twee klanken: een ‘open' en een ‘gedempte' toon. Doundouns verzorgen de basis van het ritme.
Er zijn drie soorten doundouns:
• De ‘dununba' geeft kracht en warmte aan het ritme en heeft een lage, zware klank.
• De ‘sangban' is het kloppend hart van het ritme en heeft een open hoge klank.
• De ‘kenkeni' voegt accenten toe in de hoogste klank.
